Normaal gesproken kijk ik in mijn blogs naar de argumenten van degene waar ik het niet mee eens ben. Door de argumenten van diegene te lezen kan ik erachter komen of diegene toch een punt heeft of niet. Maar in dit geval kom ik niet zomaar aan die argumenten, dus in plaats daarvan zal ik me proberen in te leven in de gedachten van onze ministers en staatssecretarissen.
Ik kan me namelijk goed voorstellen dat de overheid ons niet bewust voor de gek wil houden met hun berekeningen. Toch valt het wel op dat wanneer ze ernaast zitten dit erg vaak ten nadele van ons is. Hoe zit dat? Ik denk dat dit te maken heeft met een combinatie van dat de overheid te weinig beseft dat ook in berekeningen vooronderstellingen zitten en dat ze bepaalde dingen gewoon heel erg graag willen.
Rekenmodellen zijn niet neutraal. Wanneer je iets met een model wilt uitrekenen, dan kijk je door de bril van dat model naar de werkelijkheid en niet naar de werkelijkheid zelf. Dat is een groot verschil. Een rekenmodel bepaalt bijvoorbeeld welke factoren wel en niet worden meegenomen in de berekeningen en hoe belangrijk de verschillende factoren zijn. Dat kan een goed beeld geven van hoe iets zit, maar het kan er ook naast zitten.
Natuurlijk zijn rekenmodellen wel belangrijk. Wanneer je iets over de toekomst wilt weten, dan kun je niet even met een tijdmachine de toekomst in om te kijken hoe het allemaal zal gaan en dus moet je wel met behulp van rekenmodellen proberen te voorspellen wat er gaat gebeuren. En ook als het gaat om grote gebieden, zoals in Groningen of rondom Schiphol, dan is het veel goedkoper en gemakkelijker om uit te rekenen wat de impact zal dan overal meetinstrumenten neer te zetten om te meten hoe het daadwerkelijk zit.
Dus op zich ben ik niet tegen het gebruik van rekenmodellen. Maar, wanneer er aanwijzingen zijn dat de uitkomst van een berekening niet klopt, bijvoorbeeld omdat er veel klachten binnenkomen, dan is er reden om toch te gaan meten om zo de berekeningen te controleren.
Hier gaat het volgens mij verkeerd. Wanneer de overheid aanwijzingen krijgt dat er iets niet klopt, blijft ze vertrouwen op haar berekeningen en controleert ze niet of nauwelijks of de klachten terecht zijn. En soms worden er wel metingen gedaan, maar dan worden deze aan de kant geschoven. Dat zou niet moeten gebeuren.
Dan is het belangrijk dat de ministers en staatssecretarissen beseffen dat hun rekenmodellen er ook echt naast kunnen zitten en dat ze eerlijk zijn over hoe graag ze iets willen. Want als ze iets heel graag willen en hun modellen bevestigen dat het kan, maar ze niet beseffen dat hun modellen ernaast kunnen zitten, dan wordt een gesprek met ze wel heel moeilijk.
Wat dat betreft denk ik dat een verplichte cursus filosofie van de wiskunde voor ministers en staatssecretarissen best een goed idee zou zijn. Dan leren ze dat hun rekenmodellen ook vooronderstellingen bevatten en dat die soms gecontroleerd moeten worden met metingen. En dus dat ze die metingen dan ook heel serieus moeten nemen.
Dan is het alleen nog maar de vraag of ze bereidt zijn om iets niet door te laten gaan als blijkt dat het echt niet goed is, zoals de groei van Schiphol. Of dat zo is, dat kunnen we merken als we goed naar ze luisteren: houden ze vast aan hun rekenmodellen of doen ze ook echte metingen en nemen ze die ook serieus?
Wat denk jij? Hoe kunnen we onze ministers en staatssecretarissen duidelijk maken dat echte metingen soms meer kunnen zeggen dan kun rekenmodellen? Laat het hieronder weten, of op het forum!
Wat zijn jouw ideeën?