In zijn argumenten komt het erop neer dat Rözer liever zou zien dat journalisten meer rust zouden nemen in hun berichtgeving over aanslagen en pas iets melden als ze het zeker weten. En wanneer er nog niet zoveel te zeggen valt, dan hoeven ze er ook niet over te speculeren.
Hieruit klinkt een soort idealisme. Hij zegt op een gegeven moment ook dat we na het op zwart gaan van de media de stilte moeten gebruiken om zelf na te denken. Hierdoor denk ik dat het hem niet alleen gaat om de berichtgeving over deze aanslagen. Maar hij wil ook dat we in het algemeen meer zelf gaan nadenken en minder afhankelijk worden van de informatiestroom die we dagelijks krijgen. Daar heeft hij ook wel een punt.
Leven in het informatietijdperk
Mensen hebben nog nooit zoveel informatie gekregen
We krijgen inderdaad elke dag een enorme stroom informatie binnen. We krijgen nu meer informatie per dag, dan mensen een aantal eeuwen geleden in hun leven krijgen. We noemen het tijdperk waarin we leven dan ook wel het Informatietijdperk. Dit komt doordat informatie dankzij Internet heel snel de wereld over gaat. En dankzij de vele manieren waarop we het nieuws kunnen horen of lezen, krijgen we deze informatie ook heel snel.
Je kunt niet zomaar veranderen wie je bent
Dit is hoe we op dit moment gewend zijn te leven en dat kun je niet zomaar even veranderen. Dus dat we verwachten dat we informatie over een aanslag heel snel krijgen, dat is logisch. Deze verwachting wordt in het geval van Brussel nog eens versterkt omdat de aanslag heel dichtbij gepleegd is. We zijn geschokt en willen zo snel mogelijk weten wat er aan de hand is en wat het voor ons betekent.
Zo schreef een luisteraar van NPO Radio 1 aan het radiostation dat hij die bewuste dinsdag hoorde dat er iets in Brussel aan de hand was. Dat hij vervolgens de radio aanzette, maar vervolgens alleen maar muziek hoorde. Dat vond hij vreemd. Later vertelden de radiomakers dat deze muziek gedraaid werd omdat ze nog aan het verifiëren waren of er daadwerkelijk een aanslag gepleegd was.
Onze honger naar informatie
Wat helpt speculatie?
Mensen verwachten dus dat erover gesproken wordt en hoe schokkender de gebeurtenis, hoe meer mensen verwachten dat er constant over gesproken wordt. Maar omdat het niet meteen duidelijk was wie de aanslag gepleegd had, gingen de journalisten speculeren. Hierdoor kunnen we ons wel afvragen of we niet iets te ver doorslaan in onze honger naar informatie.
Want het doel van journalistiek is om ons op de hoogte te houden van wat er in de wereld gebeurt. En als ze blijven speculeren, dan krijgen we geen nieuwe informatie en wordt ook niet gemakkelijk duidelijk wat wel bekend is.
Het nieuws op een duidelijke manier brengen, ook over aanslagen, is een belangrijke taak van een nieuwszender. Ten eerste omdat we anders achteraf nog niet wat er aan de hand is. En ten tweede, anders zou het kunnen gebeuren dat er ten onrechte onrust in de samenleving komt.
Wat als ze helemaal verkeerd zitten met hun speculatie?
Bij de aanslagen in Brussel begonnen de speculaties over moslim terroristen al snel. Maar wat als dat achteraf had gebleken dat het geen moslims waren. Hoe snel krijgen alle mensen door dat de eerste informatie niet klopte? En welk effect zal dat desondanks hebben op de kijk van veel mensen op moslims?
Dit roept de vraag op hoe journalisten ons, ondanks onze honger naar informatie, bij een grote gebeurtenis als een aanslag toch op een duidelijke en geordende manier kunnen vertellen wat er aan de hand is.
Schokkende informatie duidelijk overbrengen in het informatietijdperk
Maak gebruik van het Internet en Teletekst
Ik denk dat de oplossing ligt bij de websites van de NPO en Teletekst. Daarop kan alle informatie over gebeurtenissen als aanslagen en de laatste updates op worden bijgehouden. En vervolgens kan de geplande programmering op radio en TV gewoon doorgaan.
Maar als ze het zo zouden doen, dan moeten de media dit wel goed aan ons communiceren, zodat we goed weten waar we die informatie kunnen vinden. Want stel, er vindt weer een aanslag plaats en we zijn geschokt. Dan willen we weer zo snel mogelijk meer informatie over wat er aan de hand is. En als we die niet snel kunnen vinden op plaatsen waar we dat verwachten, dan kan er grote verwarring ontstaan.
Duidelijkheid betekent ook dat iedereen weet waar de informatie die we zoeken te vinden is. In dat geval zou de eerder genoemde luisteraar van NPO Radio 1 niet de radio aanzetten, maar gaan kijken op Internet of Teletekst.
Noem de gebeurtenis wel regelmatig om geen ophef te veroorzaken
Daarbij moeten de media dan ook, anders dan Rözer beweert, wel tijdens de normale nieuwsberichten vertellen wat ze tot dan toe weten van de aanslagen. En op het moment dat er iets echt duidelijk is over wat er aan de hand is, dan moeten ze dat ook meteen melden. Ik zie dit voor me zoals berichten op de radio over een spookrijder. Dat wordt ook meteen gemeld en daarna gaan ze verder met de normale programmering, totdat er echt iets te melden valt.
Als de media grote gebeurtenissen als aanslagen gaan verzwijgen, dan is dat voer voor speculaties op sociale media. En dat helpt niemand. Dus wil je het redelijk in de hand houden? Vermijdt het dan niet.
Ben jij het eens met Rözer en moeten de media wel op zwart gaan bij grote media? Of heb jij een heel andere mening? Laat het hieronder weten, of op het forum!
Wat zijn jouw ideeën?